Advisering Variabel Pensioen.

Met de komst van de Wet Verbeterde Pensioenregeling in 2016 is de mogelijkheid ontstaan van het aankopen van een pensioenuitkering op basis van beleggingen. Tot 2016 was het enkel mogelijk om voor een Vast (gegarandeerd) Pensioen te kiezen.

Variabel Pensioen wordt geoffreerd op basis van scenario-sets van DNB. Elk kwartaal vindt er wel een aanpassing plaats van de scenario-sets.

Een scenario wordt beïnvloed door;

  1. Rente
  2. Rendement
  3. Levensverwachting
  4. inflatie

Vanuit de berekeningen die de DNB voorschrijft aan uitvoerders volgen drie scenario’s.
Slecht weer, Verwacht weer en Goed weer scenario’s.

De AFM heeft haar zorgen geuit dat de wettelijke pensioencommunicatieberekeningen leiden tot onrealistisch hoge verwachtingen. In de advisering dient hier rekenschap van gegeven te worden.
Het ‘Goed weer scenario’ zal als onrealistisch moeten worden gezien.

Scenario-sets van DNB worden gebaseerd op eerst 2.000 en tegenwoordig op 10.000 scenario-berekeningen. Dit lijkt een soort van ‘veiligheid’ te pretenderen, maar dat is het niet. 8.000 scenarioberekeningen toevoegen zal niet bijdragen aan de werkelijke verwachting. Meer scenarioberekeningen leveren in de marge andere uitkomsten op.

Het ‘Slecht weer’ scenario geeft de 5% kans aan van de laagste uitkomsten van de scenarioberekeningen.  
Het ‘Goed weer’ scenario geeft de 5% kans weer van de hoogste uitkomsten van de scenario-berekeningen.

De middelste waarneming vanuit de scenarioberekeningen wordt aangeduid met de term ‘Verwacht weer’.  

Van 2000 scenarioberekeningen vormen de kans op de laagste 100 uitkomsten dus ‘Slecht weer’ en de hoogste 100 uitkomsten het ‘Goed weer-scenario’.

De middelste waarneming (mediaan) wordt aangeduid met ‘Verwacht weer-scenario’. Dit is dus niet gelijk aan de concentratie van de uitkomsten met de daadwerkelijke hoogste statistische kans. De kansverdeling is statistisch gezien namelijk niet normaal-verdeeld. Je zou kunnen stellen dat hiermee de uitkomst van het ‘Verwacht weer-scenario’ iets wordt gedempt.  

Aanpassingen van de scenario-sets door DNB kunnen een enorme impact hebben op de getoonde jaarlijkse uitkomsten. Wie jaarlijks de pensioenen bekijkt op www.mijnpensioenoverzicht.nl moet dus niet opkijken van grote verschillen.

Ter indicatie van de pensioenen die een deelnemer gaat ontvangen wordt het ‘Verwacht weer-scenario’ gebruikt. Dat zou de prognose moeten zijn. Beoordeel daarbij ook het ‘Slecht weer-scenario’ en bereken of je met die uitkomsten rond kunt blijven komen. En beoordeel daarbij ook of het risico van Variabel Pensioen opweegt tegen de garantie van Vast Pensioen.

Hoe groter het verschil tussen ‘Verwacht weer-scenario’ en ‘Slecht weer-scenario’ geeft bij een vergelijking van Variabel Pensioen offertes van verschillende uitvoerders de mate van beleggingsrisico aan.

Hoe groter het verschil tussen beide, hoe groter het beleggingsrisico dat wordt genomen met de keuze van de beleggingen door de uitvoerder of door de deelnemer. Een deelnemer kan bij de aankoop van Variabel Pensioen zelf namelijk ook kiezen voor meer of minder risicovol beleggen.

Om Variabel Pensioen te kunnen vergelijken zijn door het Verbond van Verzekeraars zogenaamde ‘Impacttabellen’ ontwikkeld. Deze Impacttabellen moeten het vergelijken van de verschillende Variabel Pensioen producten in de markt vereenvoudigen. In de praktijk blijkt de informatie die in de Impacttabellen verschijnen niet altijd gestandaardiseerd en daarmee dus niet met elkaar vergelijkbaar. Hier is aandacht voor en de eisen rondom de verstrekte informatie vanuit uitvoerders zal zeker nog worden aangescherpt.  

Waar moet op gelet worden bij het vergelijken van Variabele Pensioen producten van de verschillende aanbieders?

1) Is de offerte gebaseerd op een uitkering met of zonder vaste daling?

Zonder daling is eigenlijk vergelijkbaar met de rekenmethodiek van Vast Pensioen. Het rendement dat wordt geoogd met Variabel Pensioen zal leiden tot een stijging van de pensioenuitkeringen, om bijvoorbeeld inflatie bij te kunnen houden. De hoogste uitkering wordt ontvangen vlak voor de overlijdensdatum.

Met een vaste daling wordt het beoogde rendement dat behaald moet gaan worden naar voren gehaald. Rendement dat nog niet is gerealiseerd wordt al wel uitgekeerd. Hierdoor wordt de uitkering bij aanvang hoger. Meestal zal daardoor de uitkering bij aanvang hoger uitvallen dan bij een gegarandeerd Vast Pensioen. Praktijk leert echter dat dit niet altijd het geval is, wanneer er een vergelijking wordt gemaakt tussen verschillende aanbieders. Een aanbieder van een hoog Vast Pensioen keert wel eens een hoger pensioen uit dan de eerste uitkering van een Variabel Pensioen met de in geprijsde daling. Het rendement waarop een voorschot wordt genomen bij de uitkeringen moet uiteraard wel gerealiseerd gaan worden.
De daling waarmee uitvoerders rekening mogen houden is aan een maximum gebonden. Dit maximum wordt continue vastgesteld door DNB. De daling wordt bij de berekening levenslang en samengesteld toegepast.

2) Hoe is het Partnerpensioen verzekerd?

Het Partnerpensioen kan door uitvoerders op een vaste manier worden verzekerd. Dat wil zeggen dat het Partnerpensioen niet afhankelijk wordt gemaakt van de schommelingen van het Ouderdomspensioen. Bij Variabel Pensioen wordt het Ouderdomspensioen immers jaarlijks berekend en aangepast aan gerealiseerd rendement, de geldende marktrente (RTS), de gewijzigde levensverwachting, onttrekkingen/kosten en de reeds uitgekeerde pensioenen.

Het Partnerpensioen kan dus ook flexibel zijn en het Ouderdomspensioen volgen.

3) Hoe wordt de levensverwachting vastgesteld?

De levensverwachting zal door de jaren heen wijzigen. Zie de verhoging van de AOW-leeftijd van 65 naar 67 en 3 maanden en hoger.

Er zijn aanbieders die de levensverwachting bij aanvang vastzetten. Wijzigingen in levensverwachting zullen dan geen invloed hebben op de variabiliteit van de pensioenuitkeringen.

Er zijn ook aanbieders die de levensverwachting als jaarlijkse variabele blijven meenemen. De wijze waarop hier mee om wordt gegaan heeft invloed op de getoonde bedragen in de offertes van aanbieders.

4) Welke beleggingsmix biedt een aanbieder aan?

De wijze waarop de beleggingen zijn samengesteld binnen het Variabele Pensioen is zeer uiteenlopend. De ene aanbieder belegt veel in zakelijke waarden en de ander weer veel minder. Dit geldt uiteraard dan ook voor de matching portefeuille die in het product zit. In het ene product zitten relatief veel obligaties en in het andere product weer veel minder. Hierbij kan een deelnemer ook nog eens zelf keuzes maken in de beleggingssamenstelling.

De uiteindelijke uitkomst van de beleggingsmix (SAA) bepaalt in grote mate de volatiliteit van de beleggingen en daarmee de mate van schommelingen in de pensioenuitkeringen, die jaarlijks worden vastgesteld.     

De zakelijke waarden zullen moeten zorgen voor het beleggingsrendement. De obligaties zullen moeten zorgen voor de stabiliteit van de pensioenuitkering als gevolg van renteschommelingen. Stijgt de rente 1%, dan zal de waarde van de obligatie ter indicatie 10% dalen. Beide wijzigingen hebben invloed op de nieuw te berekenen pensioenuitkering.  

De waardestijging die nodig zal zijn om het ‘Verwacht weer-scenario’ uit te kunnen keren bestaat uit een aantal variabelen. De marktrente (momenteel 2,7%), de daling die is in geprijsd (momenteel 0,9%), de stijging van de uitkering (momenteel 1,75%), toedeling van de leven bonus (variërend per leeftijd van
€ 90,00 per jaar per € 10.000 belegd vermogen op leeftijd 65 tot € 650,00 per jaar per € 10.000 belegd vermogen op leeftijd 85) en een percentage aan (beleggings-)kosten (OCF gemiddeld 0,35%).

5) Welke verhouding is wenselijk van het Vast Pensioen en het Variabel Pensioen?

Enkele aanbieders nemen altijd een deel Vast Pensioen op in de pensioenuitkeringen. De rest is dan Variabel Pensioen. Biedt een uitvoerder geen Vast Pensioen in hun Variabel Pensioen aan, dan kan een deelnemer dat uiteraard ook zelf gaan samenstellen. Daarbij kan het pensioenkapitaal ook verdeeld worden over meerdere pensioenuitvoerders. Het Vaste Pensioen bij uitvoerder A en het Variabel Pensioen bij uitvoerder B.

6) Timing risico

Bij Variabel Pensioen valt of staat veel met timing. Een timing die helaas niemand in de hand heeft, want de aankoop van Variabel Pensioen vindt plaats op het moment dat er wordt gekozen om te stoppen met werken. Eenmaal een keuze gemaakt is deze wettelijk niet meer terug te draaien.

Valt het rendement in de eerste jaren fors tegen, dan kom je die neerwaartse daling van de beleggingswaarde moeilijk meer te boven. Afgelopen jaren zijn qua ontwikkeling van de beleggingswaarde  redelijk goed geweest, maar dit was zeker niet ieder jaar het geval.

Vergeet ook niet al 10 tot 15 jaar vóór de pensioendatum je hierop voor te bereiden met de juiste beleggingskeuze binnen je opbouwende pensioen bij je werkgever!

Bij de aankoop van Variabel Pensioen komt dus nogal wat kijken.

Advies nodig bij de bemiddeling van Variabel Pensioen?

Neem dan contact op met ArbeidsPlus.

drs. Edwin T Langhorst
Pensioen- en inkomensspecialist

Deel deze blog