Variabel Pensioen, doolhof of transparante keuze?

De (zuivere) beschikbare premieregeling heeft tegenwoordig de naam ‘premie-uitkeringsovereenkomst’ of ‘flexibele premieregeling’. Deze regelingen geven de pensioendeelnemer de mogelijkheid om, net als voorheen, op pensioendatum te gaan shoppen met het opgebouwde pensioenkapitaal.

Shoppen is de mogelijkheid om met het opgebouwde pensioenkapitaal een uitvoerder naar keuze uit te gaan uitzoeken, die jouw pensioen levenslang gaat uitkeren. De pensioendeelnemer is de werknemer, die wil gaan genieten van het welverdiende  pensioen.  

De keuzes van de pensioendeelnemer op de door de deelnemer zelf gekozen pensioendatum zijn;

1) het aankopen van een Vaste Pensioenuitkering (een gegarandeerde uitkering);
2) het aankopen van een Variabele Pensioenuitkering (een uitkering op basis van beleggingen);
3) een combinatie van beide.

In dit artikel ga ik verder in op de keuze voor het Variabel Pensioen. Met de keuze voor het Variabel Pensioen verwacht de pensioendeelnemer (op termijn) een hogere pensioenuitkering te gaan ontvangen, dan op basis van een Vaste Pensioenuitkering het geval zou zijn. De verwachting bij de keuze voor Variabel Pensioen is in ieder geval dat de inflatie wordt goedgemaakt en dat er dus geen waardevermindering van het pensioen plaatsvindt gedurende de periode van pensionering. Waardevermindering is wel aan de orde bij een nominaal Vaste Pensioenuitkering, wanneer er sprake is van inflatie.

Deze waardevermindering wordt dan ook altijd aangehaald als reden om voor Variabel Pensioen te kiezen. De zoektocht naar de onderbouwing of deze gestelde verwachting van de inflatiecorrectie door het Variabel pensioen ook wordt waargemaakt lijkt echter een doolhof te zijn. Of is het toch een transparante keuze?

Vanuit het Verbond van Verzekeraars is de Impacttabel in het leven geroepen om meer inzicht te krijgen in Variabel Pensioen;   
https://www.verzekeraars.nl/media/5945/fsverzekeraarslocal-medewerkers-jzuid-documents-redactie-april-2019-position-paper-wvp_190410_def.pdf

Doel van de Impacttabel is tevens het vergelijken van de Variabel Pensioen producten van de verschillende uitvoerders. De informatie over risico’s van Variabel Beleggen moet uniform en daarmee dus vergelijkbaar worden gepresenteerd.
De Impacttabel wordt door de aanbieders opgesteld en moet aan de hand van de daarin verstrekte informatie inzichtelijk maken wat de effecten zijn van de economische en demografische ontwikkelingen op de pensioenuitkering. Bijvoorbeeld;
Wat is het effect op de jaarlijkse pensioenuitkering vanuit een Variabel Pensioen, wanneer de rente wijzigt en/of wanneer het rendement wijzigt en/of wanneer de levensverwachting wijzigt? 

Wanneer de Impacttabellen van de verschillende aanbieders naast elkaar worden gelegd, dan valt er wel iets op. Wat opvalt zijn de uiteenlopende antwoorden op de vragen die worden gesteld.

Vraag 1) in de impacttabel is;
Uw pensioen blijft gelijk als de waarde van uw beleggingen stijgt met; x,x%.
 
Aangezien een pensioendeelnemer uit zal gaan van het in de offerte van Variabel Pensioen gepresenteerde ‘verwachte scenario’, zal de deelnemer ook willen weten welk rendement daarvoor benodigd is, kan ik me zo voorstellen. Uiteraard krijg ik die vraag vaak terug bij de advisering van pensioendeelnemers. De uitkeringen die genoemd worden bij ‘verwacht scenario’ laten een stijging zien gedurende de looptijd.  

In de media is al eens een artikel verschenen dat bij een ‘normale economische ontwikkeling’ er geen stijging van de pensioenuitkeringen te verwachten is bij Variabel Pensioen (WTP). De vraagt komt hierbij op wat als een ‘normale economische ontwikkeling’ gezien moet worden.

Terug naar de Impacttabel. In de Impacttabel staat dus vermeld;
1. Algemeen
We beleggen voor u. Zo proberen we uw pensioen ongeveer gelijk te houden. Uw pensioen blijft gelijk als de waarde van uw beleggingen stijgt met:
4,0%, 1,8%, 1,0%, 0,0%.

Hierbij zijn een aantal antwoorden vanuit verschillende Impacttabellen van uitvoerders op een rijtje gezet. Los van de wijze waarop uitvoerders beleggen lijken me de onderlinge verschillen lastig uit te leggen. Dit blijkt ook wel uit de antwoorden op de vragen die hierover gesteld zijn in het afgelopen jaar. De vragen worden enkel beantwoord met algemeenheden, waar je als pensioendeelnemer niets mee kunt. En ook als adviseur kom je met de antwoorden niet veel verder helaas. Ondanks alle goede bedoelingen overigens van diegene, die de moeite nemen om de vragen van antwoorden te voorzien. Er is mijns inziens hier zeker geen sprake van onwil, maar onzekerheid en gebrek aan transparantie.   
 
Bovenstaande uitkomsten horen overigens bij de variant van het Variabel Pensioen producten met een in-geprijsde daling. De ‘dalende uitkering’ genoemd. Dat wil zeggen dat deze uitkeringen hoger zullen starten dan bij een Vaste Pensioenuitkering. De bijbehorende daling ten opzichte van het (nominaal gelijkblijvende) Vaste Pensioen zal goedgemaakt moeten worden door de economische en demografische factoren, die hier invloed op hebben, zoals het genoemde rendement, de rente en de levensverwachting.

Uiteraard is het fijn om bij aanvang alvast een hoger pensioen te ontvangen. Wil je dat dit pensioen in de toekomst ook hoger blijft dan bij het Vaste Pensioen, dan zal er dus een waardestijging moeten plaatsvinden van het pensioenkapitaal om de in-geprijsde daling goed te maken.  

Deze waardestijging zal mijns inziens onder meer moeten bestaan uit;

1) Het voorgeschreven maximale dalingspercentage van de uitkering
2) De marktrente
3) Stijgingspercentage van de ‘verwachte uitkering’
4) Sterftewinst

De daling onder punt 1) is bij benadering ten tijde van het schrijven van dit artikel 1,3%.
De marktrente bij punt 2) is momenteel bij benadering 3,0%. Dit is de rente die momenteel vergoed wordt bij de aankoop van een Vast Pensioen.
De stijging bij punt 3) die de offerte laat zien bij ‘verwacht scenario’ zal bij benadering 1,0% per jaar zijn.
Over de sterftewinst bij punt 4) is lastig iets te zeggen behalve dat sterftewinst het benodigde rendement iets lager maakt.
  
Al met al zal er dus al snel sprake moeten zijn van een waardestijging van 5,3% op jaarbasis. Om een netto waardestijging van 5,3% te realiseren zal er een hoger bruto rendement gemaakt moeten worden, vanwege de beleggingskosten (OCF) en overige kosten. Laten we stellen dat we uit moeten komen op 5,5% bruto rendement, elk jaar weer, om de ‘verwachte uitkering’ te kunnen ontvangen. Hoe verhoudt zich dit percentage ten opzichte van de gepresenteerde percentages in de Impacttabellen?

Dit rendement zal gemaakt moeten worden over het gehele pensioenkapitaal vanuit het percentage belegd vermogen in Zakelijke waarden, dat is opgenomen in de beleggingssamenstelling van Variabel Pensioen van de specifieke  uitvoerder. Een voorbeeld is dat Zakelijke waarden 41% uitmaken van de totale beleggingen. De vastrentende waarden maken dan bij benadering 59% uit van die totale beleggingen.

De vastrentende waarden zullen moeten zorgen voor stabilisatie van de uitkering. Wanneer de rente daalt stijgt de waarde van de obligatie en omgekeerd. In de basis zal dit dus niet of maar beperkt bijdragen aan de waardegroei van de totale beleggingen, zijnde het ingelegde pensioenkapitaal van de deelnemer.    

Bovenstaande uiteenzetting is gebaseerd op een momentopname. Als adviseur wil ik Variabel Pensioen vergelijken met een gegarandeerd Vast Pensioen, omdat de pensioendeelnemer, die de keuze maakt op enig moment (en daarna niet meer terug kan komen op die keuze) wel een voordeel te vertellen moet zijn. Waarom zou een pensioendeelnemer anders het risico willen accepteren van een Variabel Pensioen t.o.v. geen risico van een gegarandeerd Vast Pensioen? Let wel dat bovenstaande uiteenzetting zoveel mogelijk de gelijkblijvende uitkeringen probeert te vergelijken tussen Vast en Variabel Pensioen, zoals bedoeld wordt in de Impacttabellen onder vraag 1.    

Uiteraard hebben de genoemde economische en demografische factoren allemaal een bepaalde invloed op de hoogte van de jaarlijkse uitkering vanuit het Variabel Pensioen én beïnvloeden deze factoren elkaar ook onderling.

De Impacttabel geeft informatie over de gevolgen van een wijziging van de afzonderlijke factoren op de hoogte van de uitkering. Wanneer de factoren allemaal gelijk zouden blijven en de vraag beantwoord moet worden welk rendement er daarbij nodig is om het gepresenteerde ‘verwachte scenario’ uit te kunnen keren blijft het antwoord echter lastig te geven, zo blijkt.

Een adviseur informeert de pensioendeelnemer over de keuzes die gemaakt kunnen worden bij de aankoop van pensioen en geeft de risico’s en/of onzekerheden weer, die met die keuzes gepaard gaan.
Waarom zou je een Variabel Pensioen aankopen met beleggingsrisico, als de Vaste Pensioenuitkering in hoogte niet zoveel afwijkt, maar wel gegarandeerd is? Wat is de premie die een deelnemer ontvangt voor het nemen van risico? Kan deze premie ook snel negatief zijn? 
 
Als adviseur wil je echter niet dat pensioendeelnemers onnodig rendement mislopen, door te kiezen voor Vast Pensioen. Hoe transparant is die keuze momenteel te maken?

Dit artikel is er niet voor om Variabel Pensioen af te raden. Dit artikel is bedoeld om het inzicht in de keuze te verbeteren. Met name het inzicht in de risico’s van Variabel Pensioen. Inflatie wordt niet per definitie altijd maar goedgemaakt door te kiezen voor Variabel Pensioen. Dat is mijns inziens te kort door de bocht.   

Is er dan toch nog sprake van een doolhof?  

Binnenkort met pensioen en ga je pensioen aankopen (shoppen) en heb je daarbij begeleiding of advies nodig? We lichten Variabel Pensioen graag nader toe in vergelijking tot Vast Pensioen!

Neem dan contact op met ArbeidsPlus.

drs. Edwin T Langhorst
Pensioen- en inkomensspecialist

Deel deze blog