Wijzigingen pensioenfiscaliteit 2017

Het is vanaf 2017 niet langer mogelijk om in eigen beheer fiscaal gefaciliteerd nieuwe pensioenaanspraken op te bouwen. U heeft over dit onderwerp contact gehad met uw pensioenadviseur. Het keuzemoment per 01-07-2017 is inmiddels verstreken. Andere wijzigingen in de pensioenwetgeving met ingang van 2017 betreffen: pensioenuitkeringen mogen ingaan op de 1e dag van de maand, de 100%-grens en daarvan afgeleide grenzen zijn afgeschaft, het doorwerkvereiste voor het ouderdomspensioen is afgeschaft, het nabestaandenoverbruggingspensioen voor halfwezen is aangepast.

Pensioenuitkeringen mogen ingaan op 1e dag maand

Het ouderdomspensioen, partner-, wezen- en nabestaandenoverbruggingspensioen mogen vanaf 1 januari 2017 ingaan op de 1e dag van de maand. Dat geldt voor de maand waarin de werknemer de pensioenleeftijd bereikt, de maand waarin zijn pensioenuitkering start vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en de maand van overlijden.

100%-grens en daarvan afgeleide grenzen afgeschaft

De 100%-grens houdt in dat het ouderdomspensioen (inclusief de AOW) niet hoger mag zijn dan 100% van het laatstverdiende pensioengevende loon. Voor het partnerpensioen en het wezenpensioen gelden van de 100%-grens afgeleide grenzen. Deze zijn respectievelijk 70% (partner), 14% (halfwezen) of 28% (wezen). Deze grenzen zijn met ingang van 1 januari 2017 afgeschaft.

Doorwerkvereiste voor ouderdomspensioen afgeschaft

Een werknemer kon zijn ouderdomspensioen alleen uitstellen na de pensioendatum als hij bleef doorwerken in dienstbetrekking (doorwerkvereiste). Dit doorwerkvereiste is met ingang van 1 januari 2017 afgeschaft.

Let op! Het doorwerkvereiste vervalt niet voor prepensioen en tijdelijk overbruggingspensioen.

Nabestaandenoverbruggingspensioen voor halfwezen aangepast

Is een werknemer overleden en hebben de partner en/of kinderen (nog) geen recht op een AOW-uitkering en een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw)? Dan kunnen zij een nabestaandenoverbruggingspensioen op risicobasis afsluiten.

Het nabestaandenoverbruggingspensioen voorziet dan in het inkomen dat wordt gemist, omdat geen Anw- of AOW-uitkering wordt genoten, terwijl voor de opbouw van het partner- en wezenpensioen wel rekening moet worden gehouden met de AOW-inbouw.

Sinds 1 januari 2015 is het voor halfwezen strikt genomen niet meer mogelijk om een nabestaandenoverbruggingspensioen toe te zeggen. Vanaf 1 januari 2017 kan voor halfwezen weer een nabestaandenoverbruggingspensioen worden toegezegd. Maximale omvang

De maximale omvang van dat nabestaandenoverbruggingspensioen wordt vastgesteld op de helft van de maximale omvang van het nabestaandenoverbruggingspensioen voor de volle wees. Daarmee wordt aangesloten bij de fiscaal maximale opbouwpercentages voor een wezenpensioen voor volle wezen en voor halfwezen. Een veel voorkomend verzekerbare uitkering is gerelateerd aan de uitkering voor de partner van € 15.007,44.

Bron: Nieuwsbrief Loonheffingen 2017

Deel deze blog