Premieovereenkomst, aandachtspunt voor de ondernemingsraad!

Door de aanhoudende vraag middelloonregelingen om te zetten naar een premieovereenkomst op basis van beleggingen heb ik mijn oude scriptie uit 2009 weer eens uit de la gehaald. Een oude scriptie, maar actueler dan ooit.
Een middelloonregeling is een kostbare pensioenregeling, ingegeven door de historisch lage marktrente en door de stijgende levensverwachting.
Een middelloonregeling is ook een onbetaalbaar belangrijke arbeidsvoorwaarde voor werknemers, die deze pensioenregeling als arbeidsvoorwaarde bezitten.
Zijn we de afgelopen 8 jaar in de adviespraktijk in staat gebleken om de premieovereenkomst als alternatief voor de middelloonregeling te adviseren? En belangrijker, te onderhouden?

Scriptie 3.4 Het effect van lang-leven-risico op pensioen
Bij een premieovereenkomst wordt door de fiscus met het lang-leven-risico rekening gehouden bij de bepaling van de maximale beschikbare premiestaffels. De beschikbare premiestaffels van het besluit van 28 april 2003 gaan uit van de overlevingstafels GBM/GBV 1990-1995. De levensverwachting is sindsdien blijven stijgen, waardoor met het besluit van 23 oktober 2007 een hogere beschikbare premiestaffel van kracht is geworden. De beschikbare premiestaffels van oktober 2007 houden rekening met de overlevingstafels GBM/GBV 2000-2005. De fiscale ruimte is door een verlenging van de levensverwachting toegenomen om het effect van het steeds ouder worden op te kunnen vangen.
De beschikbare premiestaffels 2018 gaan inmiddels uit van overlevingstafel GBM/GBV 2011/2016.

Link scriptie: Scriptie2009premieovereenkomst

Bij een middelloonregeling vertaalt de langere levensverwachting zich automatisch in een duurdere tariefstelling op het moment dat een contract wordt verlengd. Dit geldt eveneens voor de gewijzigde marktrente.
Ondanks het feit dat de premieovereenkomst in veel opzichten wordt ‘afgeleid’ van een middelloonregeling zien we dat dit in de praktijk niet gelijk loopt. Hoeveel premieovereenkomsten zijn er de afgelopen jaren aangepast (staffels verhoogd) als gevolg van de langere levensverwachting?
Juridisch gezien is de premieovereenkomst een toezegging van de premie. Met andere woorden, we schrijven de premieovereenkomst zodanig op dat aanpassing van de premie tussentijds juridisch niet meer nodig is.
Het effect voor de werknemers, die in veel gevallen van een middelloonregeling zijn overgegaan naar en premieovereenkomst, is echter duidelijk aanwezig.

 Staffelbesluiten
28-apr-03 23-okt-07 17-dec-14 20-jan-17
2,25%, 4%, bruto 2,25%, 4%, bruto 1,875%, 4%, netto 1,875%, 4%, netto
GBM/GBV 1990/1995 GBM/GBV 2000/2005 GBM/GBV 2007/2012 GBM/GBV 2009/2014
 verschil  verschil
15-19 6,00 6,30                       0,30 4,10 4,10                        0,00
20-24 6,90 7,20                       0,30 4,70 4,70                        0,00
25-29 8,40 8,80                      0,40 5,70 5,70                        0,00
30-34 10,20 10,70                     0,50 6,90 7,00                        0,10
35-39 12,50 13,00                     0,50 8,40 8,50                        0,10
40-44 15,20 15,90                     0,70 10,20 10,40                      0,20
45-49 18,70 19,50                     0,80 12,50 12,70                      0,20
50-54 23,00 24,00                    1,00 15,40 15,50                      0,10
55-59 28,60 29,70                     1,10 18,90 19,10                      0,20
60-64 36,10 37,20                     1,10 23,60 23,80                     0,20
65-66 27,70 27,90                     0,20

 

Het effect is zichtbaar aan de hand van bovenstaande staffelpercentages. Deze staffelpercentages zijn berekend op basis van steeds recentere overlevingstafels, waardoor er per staffelbesluit meer premie kan worden ingelegd. Anders gezegd: werknemers mogen meer sparen, want we leven langer.
Zonder deze aanpassing aan de langere levensverwachting versobert de beschikbare premieregeling. Waar bij de middelloonregeling, per contractvervaldatum, de tarieven worden verhoogd om dit effect te compenseren, blijven de beschikbare premieregelingen achter.

Ook bij huidige aanpassing van de pensioenrichtleeftijd naar 68 worden de beschikbare premiepercentages, wellicht voor de zoveelste keer, gelijk gehouden. De toezegging voor de werknemer blijft in premie gelijk, maar in pensioenuitkeringen niet. Vanuit het oogpunt van de werknemer gaat er weer een schaaf over de uitkering, die de werknemer zal ontvangen!

Belangrijk om hierbij te benadrukken zijn mijn eerdere blogs:
“Goed werkgeverschap” voor werkgever zonder pensioenregeling! over zorgplicht en het belang van communicatie en
Een sprong vooruit in pensioencommunicatie!

Ligt het pensioendossier pensioenrichtleeftijd naar 68 nog op het bureau? Laat het me weten en neem contact op!

drs. Edwin Langhorst
Pensioen- & Inkomensadviseur

Deel deze blog